Welkom op Muziekstrategie.nl
Deze website maakt deel uit van Muziekstrategie, handboek voor Orthopedagogische Muziekbeoefening waarvan de herdruk verschenen is in 2014. Deze bevat werkdocumenten en links naar relevante websites, bronnen en beeldmateriaal.
De observatielijsten, de kijkwijzer en het begeleidingsplan bieden ondersteuning bij het leren observeren en analyseren van (muzikaal) gedrag, het beschouwen van het eigen (ped)agogisch handelen en het plannen van ortho(ped)agogische muziekactiviteiten.
Daarnaast zijn er een aantal hyperlinks opgenomen die naar sites met diagnostisch materiaal verwijzen.
Verdere toelichting op de verschillende documenten zijn beschreven in het handboek.
Vraagstellingstypen op basis
van het sensomotorische ontwikkelingsaspect
De gedragsobservatielijst muzikaal handelen – sensomotorische ontwikkeling biedt ondersteuning bij het gericht observeren van het sensomotorisch gedrag van kinderen tijdens de muziekles uitgaande van de domeinen zingen, spelen en bewegen. Vul liefst de volledige lijst in waardoor de aspecten van de sensomotorische ontwikkeling onder de aandacht gebracht kunnen worden.
Tijdens multidisciplinair overleg kan vastgesteld worden waar de behandeling of benaderingswijze van het kind zich (verder) op zal toespitsen. De vraagstellingstypen aanpassen/compenseren van de leeromgeving en het alluderen/ stimuleren binnen de leeromgeving (zie handboek) kunnen hierbij aan de orde zijn.
Gedragsobservatielijst Sensomotorisch functioneren
Vraagstellingstypen op basis
van het cognitieve ontwikkelingsaspect
Observatie tijdens de muziekactiviteit middels de Observatie-signaleringslijst cognitief functioneren levert informatie over de cognitieve mogelijkheden en beperkingen van het kind. Binnen de context van de muzikale domeinen spelen, zingen, luisteren, bewegen en noteren/vastleggen zijn muzikale gedragingen geformuleerd die direct betrekking hebben op de in het handboek beschreven leerfasen en interne cognitieve processen: de waarneming en structuur, concentratie en taakspanning en tot slot automatisering en toepassing.
Tijdens multidisciplinair overleg kan vastgesteld worden waar de behandeling of benaderingswijze van het kind zich (verder) op zal toespitsen: de vraagstellingstypen structureren of variëren van de leeromgeving (zie handboek) kunnen hierbij aan de orde zijn. De Kijkwijzer voor handelingssuggesties biedt ondersteuning bij het kiezen van alternatieve werkvormen of didactische aanpassingen die vanuit beide vraagstellingtypen geformuleerd kunnen zijn.
Gedragsobservatielijst Cognitief functioneren
Kijkwijzer en handelingssuggesties ten aanzien van cognitieve ontwikkeling
Vraagstellingstypen op basis
van het affectieve ontwikkelingsaspect
De sociale driehoek gezin-leeftijdgenoten-school (Eriksson) heeft grote invloed op de ontwikkeling van het gevoelsleven van het kind. Hoe ouder kinderen worden, hoe verder hun sociale cirkel zich uitbreidt.
Om zicht te krijgen op de vraagstellingstypen – Het leren uiten – en – Het leren beheersen – van emoties zijn diverse observatiemiddelen beschikbaar.
In het handboek (p. 88 tot en met 92) zijn voor de muziekactiviteit waarneembare indicatoren voor externaliserend en internaliserend gedrag opgenomen die de docent kunnen ondersteunen bij het herkennen van probleemgedrag.
Voorts kan gebruik gemaakt worden van de SVL (SchoolVragenLijst) om zicht te krijgen op de attitude van het kind ten aanzien van school en zichzelf. Sociogram.nl biedt een waardevolle tool om zicht te krijgen op de plaats of rol van het kind in de groep. De wijze waarop de docent ervaren wordt door leerlingen wordt verhelderd middels de VIL (Vragenlijst Interpersoonlijk Leraarsgedrag).
Sociogram
Begeleidingstraject Vragenlijst Interpersoonlijk Leraarsgedrag
Vraagstellingstypen op basis
van het conatieve ontwikkelingsaspect
Ieder kind is uniek. Het conatieve ontwikkelingsaspect is gericht op de unieke afstemming van persoonsgebonden eigenschappen van het kind met zijn omgeving.
De conatieve onwikkeling komt echter in gevaar als de omgeving de eigenheid van het kind niet accepteert en aan het kind eisen stelt die niet overeenkomstig zijn eigen wensen en behoeften zijn. Indien deze afstemming onder druk komt te staan onderscheiden we veelal een tweetal vraagstellingsbehoeften: het leren profileren en het leren harmoniëren.
Voor een docent betekent dit dat hij zicht moet krijgen op die typische persoonlijkheidseigenschappen (‘traits’) van het kind. Een middel dat hiervoor ingezet kan worden is het kwadrantenmodel van Eysenck. In dit model worden een viertal persoonlijkheidstypologieën beschreven. Vervolgens worden in het handboek mogelijkheden aangereikt binnen de context van muziekbeoefening om vanuit een congruente (docent)benadering aan te sluiten bij de eigenheid van het kind. Vanuit het gedachtegoed van Eysenck is vervolgens door Goldberg (1992) een indeling in vijf dimensies (Big Five model) ontwikkeld.
Conservatorium Maastricht
Bonnefantenstraat 15, 6211 KL, Maastricht
Tel. +31(0)43 346 66 80 of +31(0)43 346 62 60
info.conservatorium@zuyd.nl
www.conservatoriummaastricht.nl